BMI
De Body Mass Index (BMI) geeft een indicatie over uw gewicht in relatie tot uw lengte. Belangrijk om op te merken is dat een BMI-waarde een indicatie geeft op basis van een algemene formule. Er wordt geen rekening gehouden met individuele variaties. Als u bijvoorbeeld aan gewichtheffen doet, kan de BMI-index een verkeerde indicatie geven.
Uitleg over hoe de BMI waarde wordt berekend #
BMI = body weight / height²
De BMI waardes vor de gemiddelde volwassen zijn:
Resultaat | Categorie |
<18.5 | ondergewicht |
18.5 – 25 | goed |
25 – 30 | overgewicht |
30 – 40 | obesitas |
40+ | morbide obesitas |
Uitzonderingen #
- Ouderdom – oudere mensen kunnen een hogere BMI waarde hebben zonder dat dit als overgewicht telt.
- Spieren – body builders en mensen die andere krachtsporten beoefenen hebben een grotere spiermassa en daardoor ook een hogere BMI waarde. Deze hogere BMI waarde betekent in dat geval niet een ongezond overgewicht.
- Fysieke beperkingen – mensen met een fysieke beperking kunnen minder spiermassa hebben en daardoor een lagere BMI score. In deze gevallen is het altijd handig om een arts of diëtist te raadplegen voor meer informatie of advies.
- Lengte – Door de manier waarop de lengte wordt meegenomen in de BMI berekening leidt dit tot enige vertekening in de uitkomsten voor lange mensen (groter dan 1.90) of mensen die kleiner zijn dan 1.50 meter. Gebruik de BMI waarde dus met enige voorzichtigheid indien in u in een van die groepen valt.
- Etnische groepen – Aziatische personen hebben iets meer lichaamsvet en daardoor een hogere BMI waarde dan bijvoorbeeld mensen met een Europese achtergrond.
Waarom BMI niet altijd een juiste maatstaf is #
De Amerikaanse CDC beschrijft BMI als volgt: ”BMI kan een screeningsinstrument zijn, maar het stelt geen diagnose van de lichaamsvetheid of gezondheid van een persoon. Om te bepalen of BMI een gezondheidsrisico is, voert een zorgverlener verdere beoordelingen uit. Dergelijke beoordelingen omvatten metingen van de dikte van de huidplooien, evaluaties van voeding, lichamelijke activiteit en familiegeschiedenis.”
Zoals met veel dingen in het leven: gebruik dit als een algemene vuistregel. Als de resultaten aangeven dat er echt iets niet klopt, vraag dan advies aan een arts of andere gekwalificeerde professional.